Diversity, Equality, Inclusion

In Nederland kunnen ongeveer twee miljoen mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking niet volledig deelnemen aan de samenleving. Het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap, opgesteld in 2006 en geratificeerd door Nederland in 2016, beschermt de rechten van deze personen. Het streeft naar een inclusieve samenleving, waarbij iedereen kan participeren en er sprake is van volledige autonomie.

Het VN-verdrag is gebaseerd op het sociaal model van handicap. In dit model wordt handicap gezien als het gevolg van een wisselwerking tussen iemands individuele beperking en de drempels in de maatschappij. Als de maatschappij toegankelijker is, is iemand met een beperking minder gehandicapt. De maatschappij is ingericht op basis van hoe de meeste mensen zijn. Hierdoor ervaren sommige mensen toegankelijkheidsproblemen. Het VN-verdrag ziet het daarom als de verantwoordelijkheid van de gehele maatschappij om drempels te verminderen.

Vlag VN

 

Het recht op onderwijs is een belangrijk onderdeel van het verdrag. Mensen met een beperking hebben het recht om onderwijs te genieten zonder discriminatie en op basis van gelijke kansen (Artikel 24). Dit betekent dat er redelijke aanpassingen worden geboden aan personen met een beperking en het gehele onderwijssysteem inclusief moet zijn. Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap biedt hiervoor richtlijnen met acht fundamentele elementen (zie hoofdstuk 3).

De Nederlandse overheid werkt sinds ratificatie in 2016 aan implementatie van het VN-verdrag. Dit werd aangejaagd vanuit et Kabinetsprogramma Onbeperkt meedoen! (2018-2021). Op zeven focusgebieden, waar onderwijs er een van is, zijn initiatieven gestart, partijen verbonden en bewustwording gestimuleerd. Voor de vervolgaanpak (2022-2025) zijn vijf actielijnen geformuleerd: 

  1. Start verkenning en ontwikkeling Inclusiepacten.
  2. Voorzetting van de samenwerking met gemeenten, het bedrijfsleven en mijn collega’s in het kabinet vanuit ieders verantwoordelijkheid en agenda.
  3. Verbeteren van de inzet van ervaringsdeskundigheid.
  4. Kennisstructuur rond VN-verdrag verder ontwikkelen.
  5. Bewustwording verder vergroten (Kamerstuk 24 170, nr. 254).
Infographic cirkels-gelijkheid-participatie-autonomie

Vanwege een aangenomen motie in de Tweede Kamer is het kabinet ook aan de slag gegaan met een meerjarige nationale strategie voor de implementatie van het VN-verdrag (Kamerstukken 36 200 XVI nr. 70). Deze wordt samen met ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigende organisaties opgesteld en binnenkort aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Het programma is inmiddels verlengd.

Inclusief onderwijs conform het VN-verdrag

Het VN-comité gaf in 2016 een extra toelichting over wat inclusief onderwijs inhoudt. Om inclusief onderwijs, conform het VN-verdrag te garanderen moet het onderwijssysteem beschikbaar, toegankelijk, aanvaardbaar en aanpasbaar zijn (VN-comité handicap, CRPD/C/GC/4, §20-26).

  1. Beschikbaarheid is gerelateerd aan het aanbod van onderwijs. Er moet een breed aanbod zijn van onderwijsinstellingen en –programma’s.
  2. Toegankelijkheid houdt in dat alle aspecten van het onderwijs toegankelijk moeten zijn voor mensen met verschillende beperkingen. Denk hierbij aan gebouwen, lesmateriaal en sociale activiteiten.
  3. Aanvaardbaar betekent dat het onderwijs van goede kwaliteit moet zijn voor alle studenten.
  4. Aanpasbaar, zoals het belang van flexibilisering in onderwijscurriculum en toetsing.

Algemene toegankelijkheid

Alle onderdelen van het onderwijssysteem moeten toegankelijk zijn voor studenten met een ondersteuningsvraag. Zoals onderwijs- en toetshulpmiddelen, gebouwen, vervoer, mogelijkheden voor een aangepaste studieplanning, begeleiding en advies met aanbod van cursussen of trainingen, studiereizen en hulp bij overgang naar stage en/of werk. Deze zijn van belang voor een veilige en positieve leeromgeving.

In de volgende paragraaf gaan we verder in op inclusief onderwijs.