PI Vught

De vrijheid van een leven lang ontwikkelen

Een onderwijsinkijkje binnen de muren van de PI Vught 

Aanmelden bij een blauwe poort, identificeren bij de bewaking, een beveiligingspoortje door zonder schoenen, vier sluisdeuren en wat gewone deuren verder en we zijn binnen. Rustig, groen en groot is het terrein waar ruimte is voor circa 750 gedetineerden. We hebben het over de Penitentiaire Inrichting (PI) in Vught. Arno (om veiligheidsredenen wordt alleen de voornaam van Arno genoemd) is hier werkzaam en geeft een inkijkje in het onderwijs dat er binnen de gevangenismuren wordt verzorgd. Hij vertelt over de vrijheid die hij als docent ervaart en de deuren die voor gedetineerden kunnen openen wanneer zij deelnemen aan onderwijs. Arno’s verhaal illustreert de impact van een leven lang ontwikkelen, niet alleen voor hemzelf, maar ook voor de gedetineerden die hij lesgeeft.

Van metaalbewerker tot educatief pionier

Arno begon zijn carrière in de PI als werkmeester metaal. Gedetineerden kunnen werken en ervaring opdoen o.a. op een metaal- of houtafdeling, in de groenvoorziening, in de winkel of wasserij. Als werkmeester begeleidde Arno, zelf opgeleid als metaalbewerker, gedetineerden bij het werk op de metaalafdeling. ‘Toen ik begon had ik nooit gedacht dat ik mij zou ontwikkelen tot docent, ik had nooit gedacht dat dat tot de mogelijkheden zou kunnen behoren binnen de inrichting,’ herinnert Arno zich. Maar zijn werkzaamheden als werkmeester, aandeel in de lasopleiding en plezier in het begeleiden van de gedetineerden onthulden een verborgen talent voor onderwijs en coaching. Arno kreeg vervolgens de kans om de lerarenopleiding (Maatschappijleer) te volgen aan de Fontys Hogeschool in Tilburg.

Inmiddels werkt hij alweer meer dan 27 jaar met gedetineerden. PI Vught is een gevangenis die bestaat uit meerdere regimes, waaronder de Extra beveiligde inrichting (EBI), een Terroristen Afdeling (TA), een afdeling voor Beheersproblematische Gedetineerden (BPG), Zeer intensieve Specialistische Zorg (ZISZ), een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC), een afdeling voor de ‘draaideurcrimineel’ (de Inrichting Stelselmatige Daders) en er is een Huis van Bewaring. ‘We zien de gedetineerden hier als mensen die (vaak) hun leven weer willen opbouwen, bezig zijn met hun leven na hun straf’, vertelt Arno. Dat is niet altijd even makkelijk natuurlijk, wij zijn ook mensen. Toen ik voor het eerst met een veroordeelde van een zedendelict zou gaan werken, moest ik wel even slikken. Het is Arno zijn eigen keuze om met gedetineerden van alle regimes te werken.

 
Cellenblok

Cellenblok. Foto: Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

DJI Bezoekzaal

Bezoekzaal. Foto: Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

Je bent niet je delict

Arno zijn rol overstijgt die van een docent die alleen lesgeeft; in zijn functie zitten bijvoorbeeld aspecten verweven van een maatschappelijk werker, hij begeleidt gedetineerden in hun persoonlijke ontwikkeling en helpt hen zich voor te bereiden op hun leven na detentie. ‘Ja, de cursisten maken je werk hier natuurlijk interessant. Je bouwt een band met hen op, krijgt een beetje inzage in hun leven en leert de mens kennen. Ons belangrijkste uitgangspunt is ‘je bent niet je delict’.’

Binnen de PI ziet Arno een grote diversiteit aan onderwijsbehoeften voorbij komen. Veel gaat over de basisvaardigheden, taal en rekenen, of het Nederlands als tweede taal, maar ook actualiteit en burgerschap worden veel gegeven. ‘Het cliché is hier helaas toch vaak waar. Velen hebben echt die slechte jeugd gehad, waar school ook onder leed. Dan kom je dus mannen tegen die niet veel verder zijn gekomen dan groep 3 en nog moeten leren lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast zijn er gedetineerden die een zelfstudie doen via de NHA. Dat kan van alles zijn, van de Office-pakketten tot een master Psychologie.’

Als een gedetineerde een verzoek doet om een opleiding te starten, dan wordt zorgvuldig gecheckt of het verzoek niet in botsing is met het delict. Zo kreeg iemand die was veroordeeld in een grote fraudezaak, bijvoorbeeld geen toestemming om een opleiding boekhouden te doen, vertelt Arno. Iemand moet echt gemotiveerd zijn om een studie tijdens zijn straf te gaan doen. Tijdens het besluitproces wordt ook besproken of het verzoek haalbaar en uitvoerbaar is. Dan wordt o.a. bekeken wie de studie gaat begeleiden en of iemand na het uitzitten van zijn straf werk zal kunnen vinden met de opleiding die is gevolgd.

In Nederland is het recht op onderwijs voor gedetineerden wettelijk vastgelegd in de Penitentiaire Beginselenwet (Pbw). In artikel 48 lid 1 Pbw is bepaald dat een gedetineerde het recht heeft op het volgen van onderwijs en het deelnemen aan educatieve activiteiten voor zover deze zich verdragen met de aard en de duur van de detentie en de persoon van de gedetineerde. De directeur maakt daarbij dan ook een individuele belangenafweging. Educatie in penitentiaire inrichtingen is omschreven als: onderwijsactiviteiten, het lezen van kranten en tijdschriften, het gebruik van de bibliotheekvoorziening, lichamelijke oefening en sport en sociaal culturele activiteiten.

DJI Leslokaal

Leslokaal. Foto: Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

DJI Arbeidszaal

Arbeidszaal. Foto: Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

Creatieve uitdagingen

De bijzondere groep cursisten maakt het werk als docent interessant, maar dat is niet het enige waarom Arno met plezier iedere dag naar Vught gaat. ‘Je hebt hier als docent veel vrijheid, ik kan mijn creativiteit kwijt en leer zelf ook elke dag weer bij. Als ik iets wil leren of zie dat cursisten bepaalde onderwerpen moeten leren, verdiep ik mij daar ook in. Onderwijs is hier vaak maatwerk. Veel van de gedetineerden die ik lesgeef willen hun VCA-certificaat halen. Een enorm talig examen, waarvoor je een behoorlijke woordenschat nodig hebt. Daar besteed ik dan extra aandacht aan, bijvoorbeeld door zelf invuloefeningen en passend lesmateriaal te maken. Ik probeer zo creatief en concreet mogelijk te zijn, alleen dan houd ik de cursisten letterlijk bij de les.’

Waar buiten de gevangenismuren digitalisering vooral als vooruitgang wordt gezien, is dat binnen een PI niet per se het geval. Internet is vanwege veiligheidsrisico’s nog altijd zeer beperkt toegankelijk, wat docenten dwingt om creatief te zijn in hun lesmethoden en materiaal. Arno begeleidt veelal cursisten die een online zelfstudie volgen. Zijn dag start vaak met het online opsturen van het huiswerk dat de cursisten zelfstandig hebben gemaakt. Vanwege de internetbeperkingen mogen zij dat niet zelf doen. ‘Bij alle materialen moeten we enorm alert zijn. Onze cursisten zijn snel en slim en hebben zo door waar er mogelijk een lek zit in een website of online programma. Daarom ontwikkelen we als docenten ook veel zelf, om risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Het is hier dan soms wel alsof je een beetje terug in de tijd gaat.’

Ondanks dat de internettoegang zeer beperkt is, kunnen gedetineerden van sommige websites en programma’s wel gebruik maken. Een goede aansluiting van maatschappelijke voorzieningen na detentie wordt als belangrijke voorwaarde gezien om te kunnen re-integreren in de samenleving. Om gedetineerden hierbij te faciliteren kunnen zij terecht in het re-integratiecentrum van de PI. Dat is een afdeling waar gedetineerden met een hulpvraag terecht kunnen. Binnen deze centra staan enkele computers met een internetverbinding, waar alleen gebruik kan worden gemaakt van een zogenoemde ‘white list’, goedgekeurde websites.

Uitwisseling tussen docenten

Arno krijgt veel ruimte om samen met zijn collega’s het onderwijs en de lessen verder te ontwikkelen. Zo is hij bezig met het uitwerken van een idee waarbij coaches ingezet worden om te begeleiden bij het huiswerk maken. ‘Het voordeel in Vught is dat we met een groot team werken, zo’n vijf collega’s. Dat is niet bij alle PI’s in Nederland het geval, waardoor je veel zelf uit moet denken. De uitwisseling tussen docenten binnen de verschillende gevangenissen mag en kan beter. Er wordt gewerkt aan een landelijk platform, een soort intranet, waar je ook je materialen kunt delen, lesideeën en ervaringen kunt uitwisselen. Zo vind ik het zelf bijvoorbeeld belangrijk om aandacht te besteden aan het doceren van kritische denkvaardigheden. ’s Avonds zijn de gedetineerden op hun cel en de tv draait overuren. Een beetje meer kritisch zijn op wat je leest en ziet is dan niet verkeerd.’

Op Europees niveau kan er nog meer samengewerkt worden, vertelt Arno. Er is een Europees platform voor onderwijs in de gevangenis: de EPEA, de European Prison Education Association. Deze organisatie wordt in Nederland vertegenwoordigd door EPEA Nederland. In Vlaanderen wordt de EPEA vertegenwoordigd door KlasBak. We kunnen veel van elkaar leren’, aldus Arno. Zo is hij erg benieuwd naar de Scandinavische landen, volgens Arno voorlopers in het onderwijs binnen detentie. Eerder genoemde Europese organisaties werken op dit moment aan een gezamenlijk platform in samenwerking met EPALE om de uitwisseling en kennisdeling tussen docenten in gevangenissen te faciliteren. Eind 2024 is dit naar verwachting gerealiseerd.

Werk met een krul

Veel is niet gelukt in het leven van de cursisten van Arno. Hij vertelt hoe prachtig het dan ook is om te zien hoe de gedetineerden met hun gebrekkige vaardigheden en zenuwen uiteindelijk toch een diploma of certificaat behalen. ‘Zo hadden we een tijd terug een gedetineerde die geen enkele school had afgemaakt en nog nooit een diploma had behaald. Door zijn goede inzet tijdens de arbeid en bij onderwijs, kwam hij in aanmerking voor de lasopleiding. Ondanks zijn geringe zelfvertrouwen en ervaring, is het hem gelukt meerdere lasdiploma’s binnen de muren te behalen. Iets wat hemzelf en zijn begeleiders niet voor mogelijk hielden. Zijn moeder heeft vervolgens gebeld om mij te bedanken. Het was het eerste diploma dat haar zoon ooit had behaald. Dat is heel mooi en maakt mijn werk enorm dankbaar.’ Als iemand een succeservaring heeft gehad, dan wordt daarbij stil gestaan. Soms met een krul bij het gemaakte huiswerk of met een taartje als het diploma is gehaald. ‘Dat is belangrijk, voor hun eigenwaarde en de motivatie om door te blijven gaan.’