Voorwoord

Door Kees Hoogland, Lector Hogeschool Utrecht

 

Een van de belangrijkste taken van het onderwijs is het toerusten van mensen met relevante, moderne basisvaardigheden waarmee ze adequaat en autonoom de uitdagingen van het leven kunnen aangaan. Aansluitend bij de huidige maatschappelijke ontwikkelingen worden op dit moment wereldwijd tot de essentiële basisvaardigheden gerekend: gecijferd, geletterd en digitaal vaardig zijn.  

Praktische voorbeelden

Speciaal voor mensen voor wie leren minder vanzelfsprekend is en/of mensen met een ondersteuningsvraag is van groot belang dat zij de kans geboden krijgen om basisvaardigheden te versterken als onderdeel van een leven lang ontwikkelen. Nuttig voor het functioneren in het dagelijkse leven, maar het draagt ook bij aan het verbeteren van de aansluiting op de arbeidsmarkt. Om een meer inclusieve samenleving te bereiken is grootschalige investering in het versterken van de basisvaardigheden in de volwasseneneducatie noodzakelijk. 

Dit speelt uiteraard niet alleen in Nederland, maar feitelijk in alle Europese landen. Beleidsmakers zijn op zoek naar wat goede en moderne vormen zijn om te werken aan deze vaardigheden. Er wordt ook breed in Europa geworsteld met de vraag hoe voorkomen kan worden dat het aanbod om deze basisvaardigheden te versterken, niet terugvalt op simplistische en kinderlijke basisschoolaanpakken. Bij gecijferdheid gaat het niet om sommetjes maken, maar om in allerlei gecijferde situaties te redeneren, problemen op te lossen en beslissingen te nemen.  

Europese verrijking

Het is ontzettend verrijkend om voor het verder ontwikkelen van aanbod voor gecijferdheid samen te werken met andere Europese landen. Dat gebeurt op verschillende manieren, in conferentieverband, binnen Erasmus+ projecten, maar er wordt ook internationaal onderzoek gedaan naar het onderwerp.  

Wat betreft conferenties heb je de EAEA en EBSN. Op dit soort conferenties staat momenteel de zelfredzaamheid van de burgers centraal, in relatie tot twee belangrijke transities die eraan komen: digitalisering en de klimaat-/energietransitie. Hierbij gaat het specifiek over de rol van basisvaardigheden in die transities. 

Internationaal samenwerken in praktische zin kan ook heel goed in Erasmus+ projecten. Een voorbeeld van een Erasmus+ project waar we als Hogeschool Utrecht projectleider van zijn, is het project ‘Numeracy in Practice’, waarin elf Europese landen samenwerken om gecijferdheid handen en voeten te geven: Ierland, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Oostenrijk, Italië, Slovenië, Polen, Turkije en Griekenland. Nieuwsgierig? Verderop in dit magazine vind je meer informatie over het project, of kijk op www.cenf.eu

Daarnaast is er zo’n twaalf jaar geleden met het PIAAC-onderzoek in kaart gebracht hoe de OECD-landen er voorstaan op het gebied van “literacy” en “numeracy”. Interessant is dat dit onderzoek herhaald is in 2022 en 2023 en dat de eerste resultaten te verwachten zijn in het begin van 2025. Dan komen er weer rijke bronnen en interessante data in de openbaarheid die niet alleen een actuele stand van zaken geven, maar ook een vergelijking mogelijk maken in welke landen er echt progressie is geboekt en in welke landen dit achterblijft. Dat zal weer veel discussies opleveren in het maatschappelijk debat en in beleid en politiek.  

In dit magazine zijn veel interessante (Europese) voorbeelden, lesmaterialen en inzichten uit onderzoek verzameld. Heel veel leesplezier! 

Kees Hoogland, Lector Hogeschool Utrecht